There / their / they’re
There = daar of er, bijvoorbeeld: Ben jij er al ooit geweest? Have you ever been there? Their = hun, bijvoorbeeld: Heb jij hun huis gezien? Have you seen their house? They’re = zij zijn (een verkorting van they are), bijvoorbeeld: Ze zijn de beste band ter wereld. They’re the best band in the world. ——— Plural nouns have no apostrophe in English. […]